In bijvoorbeeld appartementencomplexen zien we veel collectieve verbrandingsluchttoevoer-en verbrandingsafvoer voorzieningen. Dit noemen we CLV-systemen. Bij een CLV-systeem zijn meerdere ketels gekoppeld op een gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoerleiding.
Net als individuele systemen vallen deze uiteraard ook onder de bepalingen rondom de nieuwe Gasketelwet. Ik wil daarom in een serie blogs voor Installatie.nl eens de focus gaan leggen op dat CLV-systeem. Want daar zitten, net als bij de individuele aansluiting, heel veel haken en ogen.
Met de invoering van de wet CO-certificering wordt er meer dan ooit de aandacht gelegd op het CLV systeem, echter steeds meer installateurs mijden deze werkzaamheden ondanks dat ze het juiste bewijs van Vakmanschap CO bezitten.
En dat levert weer veel stress op bij bewoners, eigenaars en verenigingen van eigenaren. Zij moeten plots op zoek naar een andere installateur voor storingen, onderhoud en vervanging van toestellen. En de huidige krapte op de markt zorgt er ook gelijk weer voor dat installateurs kritisch zijn in het aannemen van nieuwe adressen, zeker wanneer er technische een achterstand is in te halen.
De collectieve rookgasafvoersystemen zitten vaak verstopt in schachten, en zijn op leeftijd. Je moet moeite doen voor inspecties, en dat is vaak een extra kostenpost waar niet elke eigenaar rekening mee houdt bij ketelvervanging.
Kortom: Er zijn onduidelijkheden, koudwatervrees, soms zelfs angst om dit soort complexen bij de kop te pakken. En soms is gebrek aan kennis en ervaring over dit onderdeel de oorzaak. Het meest zorgelijke: gebouweigenaren of bewoners lopen van het kastje naar de muur, en mogelijk zorgelijke installaties worden voorlopig niet aangepakt.
Hoe is een CLV-systeem opgebouwd
In gestapelde bouw waar er meerdere gasverbrandingstoestellen op een gezamenlijk rookgasafvoer / toevoerkanaal zijn aangesloten kun je het rookgasafvoer/lucht toevoer kanaal onderverdelen in 2 deelgebieden.
- Deelgebied 1, het individuele deel: Het toestel zelf met het rookgasafvoer / luchttoevoerkanaal van dit toestel al dan niet aangesloten op het CLV systeem.
- Deelgebied 2, het collectieve deel: Het daadwerkelijke rookgasafvoersysteem waar de rookgasafvoer en luchttoevoer van meerdere toestellen doorstroomt zonder de toestellen zelf.
Op dit moment laten de meeste installatiebedrijven zich enkel voor deelgebied 1 certificeren, dat toestaat om werkzaamheden aan toestellen aangesloten op een CLV systeem uit te voeren.
Los van het feit dat er altijd minimaal één monteur in het bezit moet zijn van het bewijs vakmanschap CO 1e monteur voor certificering volgens de BRL 6000-25 mogen alle vakbekwame monteurs werken aan installaties aangesloten op een CLV systeem . Dit is tevens van toepassing voor zzp’ers met een bewijs van vakmanschap CO op niveau monteur en gecertificeerd volgens de K25000 van KIWA.
Waarom worden deze werkzaamheden dan toch vermeden?
Dat heeft voornamelijk te maken met de verantwoordelijkheden en niet op de hoogte zijn van de juiste regels en wetten.
Installateurs hebben heel veel vragen zoals:
- Waar moet ik rekening meer houden als ik wil werken aan een toestel dat is aangesloten op een CLV systeem ?
- Wie is verantwoordelijk voor welk deel?
- Wat te doen als het systeem ouder is als 15 jaar?
- Hoe zit het met het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) en de geschiktheidsverklaring ?
- Welk toestel moet ik plaatsen bij vervanging ?
- Hoe zit het dan bij een cascade opstelling?
Dit en meer zal aan bod komen in een van de volgende delen van mijn blogs. Laat in de reacties weten waar jij tegenaan loopt, dan gaan we ons best doen om deze kwesties aan te stippen.
Bron: https://www.installatie.nl/blogs/clv-angst-door-co-certificering/